Daniël Colpaert (Kruisem) is nationaal Kampioen kBDB grote fond jaarse duiven 2021
17 Dec 2021
Een verborgen parel
Bestaan de verborgen parels in de hedendaagse duivensport nog ? Jazeker en soms is hun schittering zo sterk dat ze op de nationale podia belanden. Het was een aangename kennismaking met Daniël Colpaert uit Kruisem die er in het seizoen 2021 in lukte zich tot KBDB nationaal kampioen zware fond jaarse duiven te kronen.
“70 jaar jong en goed bewaard” zou perfect bij Daniël passen, maar achter deze zinsnede huist een sterke, verstandige, slimme man. Een man met een duidelijke visie op veel zaken uit onze samenleving, nuchter, puur en onversneden. Wanneer je naar de mening van Daniël vraagt over iets dan zal je ze geargumenteerd en duidelijk krijgen. Voor sommigen kan dit direct overkomen, voor anderen is dit een gezonde vorm van authenticiteit die een persoon typeert.
Maar ook hier in Kruisem zijn de cliché’s de cliché’s namelijk dat achter elke sterke man een sterke vrouw staat. Daniël beklemtoont heel duidelijk dat hij als burgerlijk ingenieur de vrijheid heeft gekregen van zijn vrouw Marie-Rose om een zeer mooie loopbaan uit te bouwen. Een loopbaan die heel wat engagement in tijd en inzet vroeg en waardoor hij heel veel van het thuismanagement en de opvoeding van hun drie kinderen aan haar moest overlaten….en met succes. Zowel Marie-Rose als Daniël zijn met pensioen en met 3 kinderen en een schare kleinkinderen is zowel de living als de agenda van de grootouders netjes gevuld.
Op een dag….
De roots van Daniël liggen aan grootouderszijde in Huise en omstreken en dat waren sterke duivenspelers (grootvader Victor). De ouders van Daniël hadden een bloeiende winkel in Gent, waar hij opgroeide en school liep, maar veel vrije tijd werd doorgebracht in de streek van Huise en Ouwegem.
Het jonge gezin Colpaert bouwde hun gezinswoning in Huise in 1977-78 en in 1985 werden de eerste jonge duiven in Huise geringd. En zoals veel sprookjes….begon alles heel goed en mooi met in 1986 de 1e prijs op de toen als klassieker gekende Derby Orléans Oost-Vlaanderen. De lat lag onmiddellijk heel hoog en de duivenbesmetting was grondig en levenslang.
In die periode was Daniel beroepsmatig volop actief. Wat hem ook typeert, als je iets doet dan tracht je het (heel) goed te doen. Veel uren, groot engagement, een opgroeiend en uitdeinend gezin resulteert in weinig tijd voor de duiven. Duiven waren echt hobby en enkel het meest noodzakelijk in de verzorging werd gedaan. De resultaten waren zeker aanwezig, maar de aanwezige talenten werden zeker niet volop benut.
Voorliefde voor de zware fond
Zoals menigeen werd in de eerste jaren vooral de halve fond en zware halve fond gespeeld. Maar het zwaardere werk trok Daniël heel erg aan. Een minder gestresseerde vorm van duivensport, gebaseerd op de echte kwaliteit van de duif, een andere vorm van voldoening bij een kopduif enz… waren argumenten die het dubbeltje deden kantelen naar de zware fond.
Om aan deze tak van de duivensport deel te nemen diende uitgezien naar duiven die de talenten en de kracht hadden om dit zwaardere werk aan te kunnen.
Eind jaren ’90 van vorige eeuw werden duiven gehaald bij de toenmalige wereldvermaarde kolonie van De Rauw-Sablon…en uit een groepje jonge duiven koos Daniël 2 kinderen uit het topkoppel Albert en Paola. En deze keuze bleek achteraf geen foute keuze. Deze duiven lopen nog steeds door de huidige duivenploeg van Daniël.
In de sfeer van de toenmalige kampioenendagen met bonverkoop, waar ook het sociale gebeuren hoogtij vierde, kocht Daniël een bon van zijn ‘parochiaan’ Marnix Leutenez uit Kruisem, gene simpele als het op zware fond aankomt. Een duif van het beste van Marnix versterkte de kolonie en werd een basisduif. Ook het ooit zo sterke ras Pintelon werd via Etienne Clauwaert uit Kruishoutem ingebracht. Er werden zogezegde halvefondduiven gehaald bij Jan en Leanne Vandepasch (Grubbenvorst, Nl) en deze bleken het probleemloos op de dagfond te doen.
In de daaropvolgende jaren werd nu en dan een verse scheut bloed bijgehaald en meestal bij de crème de la crème van de zware fond in België en Nederland zoals : Patrick Houfflijn, Chris Hebberecht, Roland & Guy Nihoul, Leon Crowet. De Nederlandse inbreng (met heel goede resultaten) komt van Cees Vander Laan, Jos Martens, Jan Grootonk, Gerard Van Tuyl, Hoekstra-Hermans, Cees Nijdeken en het Batenburg-bijhuis van Ad Fortuin.
Daniël ervaart dat de oude basis aangevuld met Hoekstra-Hermans, Cees Vander Laan en Jos Martens de brede basis vormt van de successen.
Heel recent, en deze gaan nu volop uitgetest worden, werden enkele koppels kweekduiven overgenomen van (wijlen) Roger Ghyselyns (Wortegem-Petegem). Deze duiven zijn uitermate geschikt voor het zware werk en zullen bij Daniël een eerlijke kans krijgen. Het zijn ook allemaal pareltjes in de hand, de strenge selectie van hand in combinatie met de uitslag heeft op het kweekhok heel goed zijn werk gedaan.
Waar velen van dromen…. Nationaal Kampioen
Velen zijn geroepen… ja, we spelen allen om te winnen, we winnen allen graag een klassement of kampioenschap, maar nationaal kampioen worden is voor weinigen weggelegd. Het nationaal kampioenschap zware fond met de jaarse duiven (1e en 2e ingekorfd) wordt verspeeld op de 2 nationale zware fondvluchten waar de jaarlingduiven mogen op deelnemen namelijk Agen en Narbonne. “Het moet meezitten” zegt men dan al eens gemakkelijk omdat het over 1e en 2e afgegeven duif gaat. Maar daar de regels voor iedereen gelijk zijn hoeft het niet mee te zitten, iedereen wordt gemeten met dezelfde lat en de meet ligt voor iedereen gelijk.
En in 2021 is deze mooie titel weggelegd voor Daniël en zijn jaarlingduiven. Op Agen mogen we het een klein festival noemen. Hij had 6 jaarse duivers ingekorfd voor deze wedstrijd die een eerlijk en mooi verloop kende. Ze behaalden nationaal allemaal prijs (waren allen op de vluchtdag zelf thuis) en zetten volgende prachtige uitslag neer van 7.360 deelnemende duiven 6e,156e,200e,858e,1.069e ,1.090e. Een uitslag om U tegen te zeggen, met 1e en 2e afgegeven op kop.
Op Narbonne was het weer in de roos met nationaal van 5.971 duiven : 20e, 248e, 593e (3/5) terug met 1e en 2e getekende op kop.
De titel van nationaal kampioen werd behaald met een totaalcoëfficiënt van 11,8963 % op ruime voorsprong van de 2e geklasseerde met 20,5759 %. Zoiets noemt men een klinkende zege.
De duiven die voor deze titel zorgden zijn :
- BE20-4052050 (6e nationaal Agen) (zie pedigree hierna)
- BE20-4052047 (156e nationaal Agen) : kruising Cees Vanderlaan x Leon Crowet
- BE20-4052010 (248e nationaal Narbonne) : broer van 6e nationaal Agen
- BE20-4052039 (331e nationaal Narbonne) : kruising Cees Nijdeken (Arjan Beens) x Ad Fortuin (Batenburg)
11e asduif zware fond 2021
Neen, seizoen 2021 was geen toevalstreffer mocht U dat al denken. In het verleden heeft Daniël reeds jaar in jaar uit topprijzen op de nationale vluchten gespeeld, maar hij wil hier niet hoog mee oplopen. Ook het feit dat velen reeds zijn geslaagd met zijn duiven heeft hij liever zonder namen vermeld in deze reportage.
In 2021 had hij naast de prachtige prestatie van zijn jaarlingen ook nog zo eentje als “de Sint-Vincent” op zijn hokken zitten.
Deze prachtige 4-jaarse duiver behaalde o.a.
- Sint-Vincent nationaal 12e van 3.080 duiven
- Perpignan nationaal 71e van 3.901 duiven
en klasseerde zich hiermee als 11e beste duif van België op de zware fond.
Zie zijn afstamming hierna
Zware fond met de kleine korf
Het duivenbestand van Daniël blinkt uit in bescheidenheid. Hier komt je niet bij een megakolonie terecht.Met dit aantal duiven dient de focus gelegd op een aantal vluchten met name de zware fond.
Er huizen een 10-tal kweekkoppels (naargelang de kwaliteit wordt er al eens eentje minder of meer toegelaten).
De globale vliegploeg (enkel duivers op weduwschap) bestaat uit 50 duivers. Met de jaarse wordt zeer voorzichtig omgesprongen in de aanvangsfase.
De oude duivenploeg 2022 zal bestaan uit 27 vliegduiven (ouder dan jaarling)
- 2 van 5 jaar
- 3 van 4 jaar
- 12 van 3 jaar
- 10 van 2 jaar
Deze worden aangevuld met een 25-tal jonge duivers (jaarling) die als zomerjong werden geboren.
Alles wordt op klassiek weduwschap gespeeld en bij jonge duiven en jaarse is streng geduld de meetstok. Ze krijgen de kans om rustig ‘de stiel’ te leren maar moeten zich als jaarling toch eens tonen willen ze een ticket voor de toekomst verkrijgen. Streng maar rechtvaardig !
Niet te ingewikkeld alstublieft
Daniël is een fervente aanhanger van het KIS-systeem. Keep it simple. De duiven wordt prima verzorgd, de hokken zijn niet overbevolkt en netjes. Er wordt nauwgelet toegezien op de gezondheid van de duiven en eens deze paramaters juist staan is het de uitslag die de doorslag geeft. De plaatsen zijn dun, dus is het enkel aan degenen die vooraan vliegen om te mogen blijven. Een eenvoudige maar doordachte aanpak waar niets aan het toeval wordt overgelaten.
Doordeweeks wordt voer van Mariman gevoederd en tijdens het vliegseizoen wordt dit aangevuld bij het opvoederen met het Versele Champion-voer met als toemaatje af en toe wat snoep en gepelde zonnepitten. Voederen is een kunst, ook voor de zware fond want het seizoen is lang en het is de kunst de conditie op het hok te houden.
Medisch heeft Daniël 3 adviseurs namelijk zijn eigen microscoop waarmee hij geregeld zelf het mest en de kropslijmen onderzoekt, en de veeartsen Dirk Moens en Piet Blancke. Daniël is geen “veeartsenloper” maar wat nodig is is nodig en hun raad wordt op regelmatige basis ingewonnen.
Voor het seizoen de traditionele tricho-kuur gedurende 5 dagen en een kuur tegen eventuele kopproblemen en daarna is het de natuur zijn werk laten doen. Tijdens het seizoen krijgen de duiven in elk neusgat een gele druppel daags na thuiskomst. Tijdens het seizoen blijft Daniël liefst mijlenver van medicatie af, maar wat nodig is moet gebeuren.
Een afsluitende bedenking na een gesprek met deze nationale winnaar zit terug overladen met cliché’s die we allemaal ergens wel beseffen, maar in de praktijk blijkbaar toch soms moeilijk realiseerbaar zijn zoals : zorg dat je een goed en gezond hok hebt, de kwaliteit van de duiven geeft de doorslag, observeer ze goed en zorg voor een stevige basisgezondheid, de uitslag is de selectienorm, pleeg geen overkill maar laat niets aan het toeval over, enz…..
Bij Daniël Colpaert is dit het geval, het oogt allemaal eenvoudig, maar zijn oog is daarom niet minder scherp. Hij is een doorwinterde speler met veel ervaring die heel goed beseft dat specialisatie geen modewoord meer is in de duivensport. Hij heeft een mening, steeds geargumenteerd…..en een stokpaardje van Daniël is ook dat hij het zo zonde zou vinden mocht het sociale aspect van de duivensport (mensen onder elkaar die met plezier hun hobby beleven) door allerlei externe bedreigingen in het gedrang zou komen.
Proficiat aan Daniël en Marie-Rose met deze prachtige titel en leve de duivensport als hobby !
Geert Dhaenens