Herbots | Brive: Oude duiven

De inkt over hun provinciale zege Argenton (met “Grijze Pipo”) en hun nationale Zone zege Souillac (met “Angeline) is nog maar net opgedroogd of we mochten terug bij Eddy Noel en Yvan Willockx op de koffie maar dan nu wel voor een nationale zege vanuit Brive.
“Angeline”, inderdaad de national zone winnares van vorige week, heeft de forme te pakken want na haar 4e nationale plek Souillac vorige week duldde ze nu geen tegenstand en bracht de nationale zege mee naar Baasrode. Prompt werd “Angeline” omgedoopt in “National Farao” en is ze nu de “leading lady” van de Noel-Willockx kolonie.

Kort iets over de verzorging

De duiven vliegen uit vanaf eind januari en worden wekelijks, zoals dat uitkomt, eens samen gelaten voor een paar uur of een dagje. Ze worden niet speciaal gekoppeld voor het seizoen, hebben geen nest en brengen dus ook geen jongen groot. Ze mogen gewoon hun zin doen. Sommigen hebben een vaste partner, anderen dan weer niet. Ze worden gespeeld op het totaal weduwschap systeem. De voorbereiding verloopt over de snelheid, naar de kleine halve fond om zo naar de nationaals te gaan. De focus ligt op de nationale fondvluchten.
Weersomstandigheden kunnen wel eens roet in het eten gooien, maar een uitzondering niet te na gesproken, gaan ze wekelijks de mand in. Het rare is, dat hoe meer ze vliegen, hoe beter ze worden. Neen, ze kunnen dat niet allemaal aan maar onze leuze blijft: “Only the strong survive”…
Alleen zo kan je beter worden. Met de overblijvers wordt de stam dan verder opgebouwd om zo onze droom te kunnen realiseren en tot een echte oersterke allround kolonie te komen met duifjes die kunnen winnen van 100-1000km.

Qua voeding en supplementen wordt uiteraard het AIDI schema gevolgd. “Modern” wetenschappelijk onderbouwd voersysteem dat ruim voldoende hoog opneembare energie bevat om de duifjes wekelijks hun kilometers te laten vliegen. Doordat het licht verteerbare mixen zijn kunnen duiven er blijven van eten om alzo makkelijk de wekelijks benodigde kilocaloriën binnen te krijgen om met succes de vele kilometers te kunnen overbruggen. Met mengelingen van pakweg 10-15 jaar geleden zou dat schier onmogelijk geweest zijn. Het gebruik van supplementen wordt zoveel mogelijk beperkt, al horen die er wel steevast bij als duiven wekelijks 400 km of meer vliegen. Snel recupereren is dan een noodzaak. Snel weer energie opbouwen al evenzeer.

Met de jongen wordt hetzelfde ritme aangehouden. Dat heeft als voordeel dat ze goed geselecteerd worden en je met toch ietwat ervaren jaarse duiven aan het seizoen kunt beginnen. De jonge garde gaat binnenkort van start en aangezien ze het “resultaat” zijn van een steeds strengere selectie kijken we er reikhalzend naar uit.