Andre Allemeersch (Pottes) : een geschiedenis aan duivensport !
07 Mar 2022
Er zijn (gelukkig nog) mensen in de duivensport waar je uren zou kunnen naar luisteren…..en bovendien is wat ze te vertellen hebben gesteund op heel veel ervaring en heel veel duiven-en andere wijsheid.
Zo iemand is Andre Allemeersch uit Pottes. Pottes is een heel rustige gemeente in de provincie Henegouwen, dichtbij de loop van de Schelde, en aanleunend tegen West-Vlaanderen. Voor veel duivenspelers in de omgeving van de Schelde leeft nog steeds hard de overtuiging dat de duiven, eens ze dichterbij huis komen, de Schelde als richtsnoer gebruiken om hun hok te bereiken.
Andre, 77 jaar, woont er met zijn lieve echtgenote Monique.
Van West-Vlaanderen naar Henegouwen
Andre is afkomstig van het Westvlaamse Aartrijke waar hij in zijn jeugd omgeven was door duivenspelers binnen zijn familie en leefomgeving. Hij had van kleins af aan een voorliefde voor de dieren en meer specifiek de duiven en de duivensport trokken hem aan. De eerste knepen leerde hij dan ook in die omgeving, vooral van zijn vader, met nadruk op de snelheid en de halve fond. Uit alle bewoordingen en omschrijvingen die Andre in zijn enthousiaste toelichting geeft, blijkt de gedrevenheid, het fijne oog en een goed observatievermogen. Ook de mordant ofte drang om te winnen loopt er nog in dikke druppels af. Bij de 3 zonen die in Aartrijke werden geboren is er ook een zoon die de duivenmicrobe met meer dan verve in zijn bloed heeft namelijk Alex van de gekende tandem Allemeersch – Van Parijs uit Ruddervoorde. Ook met deze tandem is het kwaad kersen eten ! Op de leeftijd van 22 jaar begon Andre “voor eigen rekening” te spelen en dit vanaf het begin met veel succes. Daar groeide nog meer de voorliefde voor de halve fond en het iets zwaardere werk op de zware halve fond. Door veranderingen in zijn privé-leefsituatie kocht Andre bouwgrond in Pottes in de provincie Henegouwen. Pottes is de grens met West-Vlaanderen en de bouwgronden waren er toen ook minder duur dan in West-Vlaanderen. Er werd een heel fraaie woning gebouwd en in 1988 werd de definitieve start in Wallonië genomen. Kort nadien leerde Andre zijn Monique (afkomstig uit Dadizele) kennen en ondertussen zijn ze 28 jaar getrouwd in lief en leed, in voorspoed en tegenslag….Beiden hebben 3 zonen…maar het leven kan spijtig genoeg heel hard zijn en beiden verloren reeds een zoon op heel jonge leeftijd.
Als je een stevig huis wil, dan moet er genoeg cement in de mortel
Andre is de man van de stevige aanpak. Wanneer je topprijzen wil spelen dan moet de kwaliteit van je duiven stevig zijn en moet je je niet bezighouden met pannenkoeken. Een stevig huis wordt gebouwd met stevige materialen en genoeg cement in de mortel ! Dus werd van bij de aanvang zeer goed geanalyseerd en geobserveerd wie de beste duiven had. De basisduiven zijn de duiven van de toenmalige superkampioen Maurice Verheye uit Waregem via Andre Dedeyne uit Halluin (Fr). Andre was van beroep vertegenwoordiger en ook Frankrijk was zijn werkgebied. Op deze wijze leerde hij ook in Noord-Frankrijk de betere spelers kennen en kwam hij met hen in contact. Via zijn goede vriend Andre Verhaeghe bekwam hij de soort van Marcel Aelbrecht (via Marc De Cock). De soort van Marcel Aelbrecht kon hij ook op de kop tikken via zijn zoon Alex, en het mag gezegd dat dit een stevige boost gaf aan de kweekploeg. We kunnen stellen dat dit het brede fundament is van de duiven van Andre. Hier werd in het verleden geregeld nog met succes een vreemde scheut bloed aan toegevoegd, “maar het moet pakken he” zegt Andre. Ook niet alles dat werd bijgebracht werd een succes. Maar de kenner Andre heeft vlug door wanneer het een succes kan worden of niet en selecteert er dan ook (hard) naar. Met succes werden duiven ingekruist van Yves Samain uit Hyon, (wijlen) Maurice en Gregory Casaert uit Néchiin, Andre Laurent uit Vaison (vooral de lijn van de fameuze Montauban die 3 maal in de 70 eerste nationaal vloog), Gérard Baekelandt, Rudi Desaer via Bart Blomme, Adrien Mirabelle, Rino Verheye, Gino Clicque, Jan Pappens, David Vermassen, Taildeman-Jolie, Bruno Degand, Lequenne-Houfflain (Pottes). Het valt op dat Andre steeds kruiste of duiven inbracht van toppers op de zware halve fond, maar met de gedachte in het achterhoofd dat ze ook een vlucht van 600 km met hard weer moesten aankunnen. Andre is ervan overtuigd dat, indien ze deze talenten hebben, ze zonder probleem kop kunnen vliegen op de zware halve fond, het geliefdkoosd terrein van Andre zijn duiven. Wat ook opvalt is dat geregeld dat duiven of de invloed van de duiven van Marcel Aelbrecht terug te vinden zijn in wat bijgehaald werd. Maar steeds was het bij topspelers die met verve vooraan in de nationale uitslagen te vinden zijn (….zoals dat ook voor de duiven van Andre het geval is).
De keuringshand van de meester
Bij de vraag hoe Andre een duif keurt in de hand dan moet er niet lang worden gezocht naar de vormvoorwaarden die hij hanteert namelijk, veel en zachte pluimen (ideaal voor de kweek), zeer evenwichtig gebouwd (niet te groot, niet te klein, de middenmaat is perfect) en zeer goed gespierd. Naar het oog wordt gekeken maar Andre is van mening dat, wanneer je goede duiven met elkaar blijft kruisen, je automatisch wel sterke ogen zal verkrijgen.
Wanneer we dan enkele duiven in onze handen krijgen, dan klopt dit in grote mate met de keurlat die Andre hanteert. Het zijn rassige duiven met uitstraling, ook een sterke karkas en een goed en zacht verenkleed.
Een hanteerbare kolonie
Andre is nooit de slaaf van zijn duiven geworden. De omvang van zijn kolonie was steeds hanteerbaar. Er huizen 16 koppels kweekduiven (in sommige jaren enkele meer tot maximum 20 koppels om het ‘nieuwe bloed’ uit te testen), er werd gespeeld met 28 a 30 weduwnaars (duivers, oude en jaarse samen). Er werd niet met duivinnen gespeeld, Andre beschouwd zichzelf nog ‘van de oude stempel’ en speelt bij voorkeur met duivers op weduwschap. Voor eigen gebruik werden jaarlijks een 80-tal jonge duiven gekweekt. De eerste selectie is bij het spenen, wie dan niet goed aanvoelt gaat er onmiddellijk uit. In een latere fase wordt vooral gefocust op een stevige basisgezondheid waarbij niet allerhande middeltjes nodig zijn om goed gezond te blijven.
Voeding en medisch
Speelt Andre nog volgens ‘den oude stempel’ ? Hoegenaamd niet, maar overdrijven in allerlei frivoliteiten doet hij nu ook weer niet. De duivenvoeders worden gehaald bij Destoop in Waregem waar hij de traditionele mengelingen koopt en waar de sportmengeling dé mengeling is die in het seizoen wordt gevoederd. De duiven worden strak gevoederd, maar ze zullen of mogen nooit honger hebben. Een duif die te weinig eten krijgt kan niet top presteren of voldoende trainen. Bij thuiskomst electrolyten in de drinkpot en heel veel thee (honderden liters heb ik er al gekookt zegt Monique er met de glimlach bij…), look, biergist. Dit is een wekelijks ritueel om de duiven zoveel dicht mogelijk bij de natuur en een natuurlijke basisgezondheid te houden. Pascal Lanneau is als gespecialiseerde duivenveearts hun raadsman. Hij wordt een drietal keer per jaar bezocht nl. net voor het kweekseizoen, twee weken voor de start van het vliegseizoen en net voor de start van vliegseizoen van de jonge duiven. Alle duiven worden sedert 3 jaar jaarlijks gevaccineerd tegen paratyfus. De verplichte entingen paramyxo (en in het verlengde rota) en enten met pokkenentstof op de goede oude wijze (met het borsteltje). Andere kuren worden enkel toegediend op advies van Pascal en nooit blind, omdat Andre ook heel bewust is van het feit dat dit formedrukkend kan werken. Bij inkorving krijgen de duiven een ontsmettende oogdruppel in elk oog. En daarmee is de medische kous af !
Meedoen voor de top of niet !
En waarom dan de verkoop van de duiven vraagt U zich ongetwijfeld af ? Gezondheid is het hoogste goed…en daar wringt nu het schoentje in Pottes. De laatste jaren zijn jaren met veel zorgen geweest met de gezondheid van Monique en Andre. Beiden hebben de nodige hindernissen moeten nemen en er moeten er in de komende weken en maanden nog enkele worden genomen met meer dan waarschijnlijk zwaar revalideren erbij. Daarbij de duivenkolonie verzorgen lukt niet meer. Andre is er ook de persoon niet naar om zomaar aan duivensport te doen. Eens winnaar, altijd winnaar en het zou lastig zijn om niet meer ten volle te kunnen spelen voor de top. Daarom is beslist om de kolonie grotendeels af te bouwen en zullen nog enkele duifjes worden gehouden puur voor het ‘zien vliegen’ van duiven. Monique en André kunnen ook niet genoeg de rol benadrukken van hun buur Olivier Lequenne (tandem Lequenne – Houfflain). Reeds heel ruime periode staat Olivier voor bijna de volledige verzorging van de kolonie van Andre in. Dit ‘gouden koppel’ zoals ze hun buren noemen staat steeds paraat om te helpen, en ze steken niet onder stoelen of banken dat zonder hen duiven houden niet meer mogelijk was. De wereld verbeteren hoeft niet altijd ingewikkeld te zijn en in je eigen omgeving zorg dragen is een prachtig initiatief en hulp.
In een 2e reportage zullen we de huidige topduiven van Andre verder toelichten