Meer nieuws

FILIP HERBOTS, stamvader van een duivenfamilie

03 Jun 2022

De navigatie van de wagen heeft duidelijk gekozen voor de toeristische route, ik ben er echter allesbehalve rouwig om. Smalle baantjes meanderen zich een weg doorheen een zee van fruitbloesems, laantjes weggelopen uit de romans van Ernest Claes, afgezoomd met knotwilgen, af en toe onderbroken door pittoreske dorpjes met kasseipleintjes, postkaartkerkjes en statige gemeentehuizen. Natuurlijk is er een eenvoudigere manier om naar Halle-Booienhoven te rijden, maar geen mooiere. 

Wie de duivenwereld een beetje kent weet nu al wat mijn reisdoel is. De familie Herbots, en meer bepaald Filip Herbots, één van de pioniers van de duivenhandel en godfather van een heuse duivenclan. Herbots, een naam die zowel zakelijk als sportief staat als een huis, of liever gezegd, een duivenkot! 

Doorheen heel het gesprek is Jo (56) onze aimabele gastheer, maar gedurende het gesprek schuiven ook Filip (79), Raf (53) en Miet (52) mee aan tafel. Kleinzoon Maarten, kleindochter Fran met het pluizig pupje Fille en schoonzoon Jo VH passeren ook de revue. Eigenlijk is hokverzorger Geoffrey Janssens de enige vreemde eend in de bijt, een aangenomen zoon zullen we maar zeggen, want Herbots is niet zomaar een firma, het is in de eerste plaats een hechte familie, een duivenfamilie. 

Filip werd zoals dat heet geboren in een echt duivennest. Grootvader Philibert was een melker en vader Leon Herbots ook. Leon en zijn vrouw waren hardwerkende zelfstandigen, thuis hadden ze een slagerij, duiven waren de beenhouwer zijn uitlaatklep. Jo en Raf Herbots zijn de huidige “gebroeders Herbots”, maar decennialang was deze titel weggelegd voor Filip en Jos. Toen de zonen van Leon veertien en twaalf waren gingen ze op eigen naam spelen, later in de tuin van Jos in Nieuwerkerken speelden ze de pannen van het duivenhokdak. Filip was de “speler”, Jos de “kweker”. 

Om zijn ouders te plezieren behaalde Filip een diploma als onderwijzer. Na zijn studies gaf hij les aan dove kinderen in Ukkel, maar voor de klas staan was niet echt zijn ding. Samen met zijn schoonvader ging hij varkens opmesten, daarna begon hij een groothandel in fruit en uiteindelijk kwam hij terecht op het secretariaat van de Katholieke Industriële Hogeschool Limburg, nu het universitair complex in Diepenbeek, alwaar hij diensthoofd werd, een goede positie zoals dit heette. 

Waarschijnlijk niet toevallig als zoon van een slager, kwam hij Jacqueline tegen, de dochter van een varkensboer. Cupido verschoot zijn pijlen en in 1966 huwde het koppel. Ze kregen vijf kinderen: Jo, Raf, Miet, Tom en Lize. Professioneel was Filip een duizendpoot, hard werken was zijn devies, en tussendoor ging hij ook nog in de gemeentepolitiek. Hij schopte het zelfs tot eerste schepen van Zoutleeuw voor de toenmalige CVP (1976-82). 

Toch bleef er iets kriebelen bij Filip, zijn definitieve levenspad had hij nog niet gevonden. Zoals zo vaak in het leven speelde het toeval een grote rol. Begin jaren ’80 kwam hij per ongeluk in de duivenhandel terecht en de rest, zoals men pleegt te zeggen, is geschiedenis. 

Filip: Ja “het” is echt allemaal door stom toeval begonnen. Op een gegeven moment stond hier een Taiwanees, Mr Tzang Tzu Yeh, voor de deur die had gemerkt dat wij niet slecht aan het spelen waren en hij wilde wat duiven van mij kopen. Ik verkocht hem wat duiven en die mens was content. Hij vroeg of ik geen vrienden had die ook wat duifjes te koop hadden. Ik ging met hem naar een vriend en ook daar kocht hij duiven. Achteraf vroeg die vriend aan mij hoeveel hij mij moest. Ik moest daar toen niets voor, dat was gewoon een vriendendienst. Toen ben ik echter beginnen nadenken. 

DD: En de trein was vertrokken! 

Filip: Nog niet direct, want dat was niet evident. Internationale duivenhandel bestond eigenlijk nog niet echt. Bovendien had ik een goede baan en in die tijd gaf je een vaste benoeming niet zomaar op. Op een gegeven moment had ik echter mijn beslissing genomen. Ik kwam thuis en zei tegen mijn vrouw, mama ik wil in de duiven gaan. Ze stond vanaf de eerste dag achter mijn beslissing. Dat is heel belangrijk, je kan zoiets niet beginnen als je vrouw je niet voor 100% steunt. Zonder een vrouw die zichzelf wil wegcijferen en de zorg voor het gezin op zich neemt is zoiets onmogelijk. Op het mijn werk vulde ik de papieren in voor loopbaanonderbreking, en toen moest het moeilijkste komen, het nieuws aan mijn broer, die ondertussen apotheker was, gaan brengen. We spraken af en op een gegeven moment heb ik het hem dan gezegd. Jos zei inderdaad dat ik zot was, en dat ik mijn goede baan niet in gevaar mocht brengen. Hij deed alles wat hij kon om me op andere gedachten te brengen. Hij zei, “Kom we rijden naar ginder en we gaan dat papier van de loopbaanonderbreking kapotscheuren. Denk na Filip, je hebt vijf kinderen die studeren, je kan nu zoiets niet riskeren.” Uiteindelijk heeft hij me niet van gedacht kunnen doen veranderen. Vlak voor we afscheid namen legde hij zijn arm over mijn schouders en zei: “Filip, maak je maar geen zorgen, moest alles verkeerd lopen dan zal ik de studies van je kinderen betalen.” Voor het eerst, maar niet voor het laatst, rollen er tranen over Filips wangen. De herinnering aan zijn broer en diens onvoorwaardelijke broederliefde treffen hem duidelijk nog altijd. Even wordt hij stil en staart hij naar de blauwe lucht, of waarschijnlijk naar de duiven die daar sierlijk, enthousiast aan het trainen zijn. Op dat moment legt Jo zijn hand op vaders schouder. 

Jo: Maar alles is goed gekomen papa, en daar mag je fier op zijn. 

Filip: Dat ben ik ook. Jan (Hermans) en ik hebben echt wel iets betekend in de duivenwereld, wij waren inderdaad pioniers en daar ben ik fier op. 

DD: En terecht Filip! 

Filip: Enkele jaren geleden heeft de KBDB ons samen gevierd en dat vond ik een heel mooi gebaar. De ene vieren zonder de ander zou ongepast geweest zijn. Jan was ook gene gewone. We hebben allebei een heel mooi en bijzonder leven gehad. We kunnen ook allebei met trots vaststellen hoe onze kinderen ons levenswerk verder zetten. Daar doe je het tenslotte voor, voor hen, voor de familie. 

Weer worden de ogen van Filip waterig. Voor het eerst is het belangrijkste woord in dit gesprek gevallen, niet duiven, maar familie, daar draait alles om. 

Filip: Kijk, ik ben als vader natuurlijk fier op al mijn kinderen, maar natuurlijk doet het me iets dat Jo, Raf en Miet ook in de duivenwereld zijn gebleven. 

Jo en Filip in de tuin van het ouderlijk huis in Halle-Booiehoven.

DD: Jo, hoe ben jij in het bedrijf terechtgekomen? 

Jo: Van in het begin was ik eigenlijk betrokken. Je moet weten, in die tijd spraken de mensen hun talen zo nog niet. Pa kon geen Engels of Duits, dus had hij mij nodig om te tolken. Zo ben ik in ’87 als snotaap van 17 mee geweest naar Taiwan en Japan. Dat was een serieus avontuur, ik heb me daar de ogen uit mijn kop gekeken als jongetje uit Léjef (Zoutleeuw). (lacht) Ik herinner mij nog, toen later in ’96 de Chinese markt open ging, Peking, daar zag je toen nog amper auto’s. Iedereen reed daar met de fiets, het leken wel miljoenen fietsen. 

Filip: En ze kenden ons daar he! Ik herinner mij nog dat ik daar eens rondwandelde. Op een gegeven moment kwam een fietser ons voorbijgereden. Plots stopt die en draait om. Hij komt naar mij en zegt, “Mister Herbots?” (algemeen hilariteit) 

Jo: Dat avontuurlijke beviel me wel. Dieren hadden me altijd geïnteresseerd maar dierenarts, dat was toch niet helemaal mijn ding, dus studeerde ik handelswetenschappen. Toen ik in ’90 afstudeerde kon pa extra hulp gebruiken en dus stelde hij voor om bij hem te komen werken. Handel was mijn ding, mijn thesis ging over het koopgedrag van de GB (Carrefour)-consument”. Ik zag het dus helemaal zitten om een job in de “commerce” uit te oefenen. Dat handeldrijven zat er bij pa ook al in, hij was immers al fruitkoopman geweest en had in de varkenshandel gezeten. 

Filip: Aan die varkenshandel heb ik wel een slechte gewoonte overgehouden. Ik dronk in die tijd veertig pinten per dag, dat ging zo in de vleeshandel. Natuurlijk is zoiets problematisch. Op zekere dag ben ik thuisgekomen en heb tegen mijn vrouw gezegd dat het gedaan was met drinken. Vanaf die dag heb ik geen druppel meer aangeraakt, dat was dit jaar precies vijftig jaar geleden. Ik ben naar de AA beginnen gaan en mijn vrouw heeft me al die tijd ook geweldig blijven steunen. Ik zei het al, zonder de juiste vrouw naast je lukt alles niet. Zij was ook dochter van een koopman, ze wist hoe “commerce” in mekaar zat en hoe ze met klanten moest omgaan. Chinezen, Japanners, Amerikanen of Duitsers, allemaal kregen ze hier ’s morgens van moeder spek met eieren, en in de namiddag een kom soep. Jaren later werd ik daar nog op aangesproken. Hoe lekker die ontbijten en die soep wel niet waren, die mannen vonden dat geweldig. Zo proefden ze direct de echte Vlaamse sfeer en het eten! Die beginjaren waren zwaar, maar geweldig, alles was nog zoveel kleiner, amateuristischer en gemakkelijker. 

Jo: Ja, alles is klein begonnen. Ik weet nog dat we een veiling hadden in Karlsruhe, die duiven brachten gemiddeld 5000 Bef op (€ 125). Groot feest he, dat was veel geld toen! In het begin zaten we met het bedrijf bij pa in de garage. We waren de eersten in Zoutleeuw met een fax, dat was nog zo een groot monster. Wanneer ik thuiskwam van school moest ik allemaal faxen vertalen en terugsturen. Toen we jong waren moesten we ook meehelpen met de verzorging van de duiven. Raf durfde al eens wat later thuiskomen in het weekend, maar ’s morgens moesten we er allemaal uit. (lacht) De eerste jaren van het bedrijf deden we echt alles zelf. ’s Morgens duiven verzorgen, vanaf 10u kwamen we binnen, dan deed moeder verder met de duiven en gingen wij faxen vertalen en dat soort dingen. Op een gegeven moment was dat allemaal niet meer te doen, en dan is onze eerste hokverzorger begonnen, François “Swa” Jamart. Hij was als ex-mijnwerker heel jong op pensioen gestuurd bij de sluiting van de steenkoolmijnen in Limburg. Hij had al een Limoges gewonnen en kende dus absoluut iets van duiven. Swa deed dat heel goed, maar het doet toch pijn wanneer je de verzorging van je duiven moet afstaan. Als duivenliefhebber wil je dat zelf doen, je verliest zo toch wat de controle over je hok. 

DD: En zo bleven jullie maar groeien. 

Filip: Inderdaad. In ’93 studeerde Miet af aan de landbouwschool en ook zij werd door pa binnengehaald in het bedrijf. In ’94 studeerde Raf af als dierenarts en hij is zich doorheen de jaren dan gaan toeleggen op de medische kant van het bedrijf. In ’95 wilden we een groot kantoorgebouw neerzetten naast het ouderlijk huis maar dat mocht niet. We hebben dan één huis gezet als kantoor en daarnaast heb ik mijn huis gebouwd. 

Miet: (Die er ondertussen bij is komen zitten.) En ik woon op het einde van de straat, van waar je nu zit zie je ginds mijn huis. Allemaal dicht bij mekaar. Je ziet ook, het is eigenlijk één grote tuin hier. 

Filip: Dat is fijn, dat een deel van de kinderen zo dichtbij woont. Ik ben hier heel de tijd omringd door familie, dat is geweldig.

 

DD: Miet, welkom trouwens, we kunnen er niet naast kijken, je bent de enige vrouw in ons gezelschap. Dat zal je al wel vaker meegemaakt hebben. Hoe was het, zeker in die beginjaren, om als vrouw je mannetje te moeten staan in de toch wel hoofdzakelijk “mannelijke” duivenwereld? 

Miet: In het begin was het zeker aanpassen. Hierin heeft papa wel een enorme rol gespeeld. Eerst werd ik wat afgeschermd maar geleidelijk aan ben ik er wel echt ingerold. Een kleine anekdote misschien. Je moet weten, in die beginjaren was rijden een belangrijk deel van mijn taak; duiven halen, duiven wegdoen, klanten rondrijden... Tijdens het bezoek van enkele Taiwanezen had papa geen vervoer voor deze mensen en hij zei, “Geen probleem, ons Miet zal wel rijden.” Oh neen, dat was dus wel een probleem voor die mannen, dat kon helemaal niet. “Oké,” zei papa, ”dan stopt het hier. Ofwel rijdt Miet, ofwel gaan jullie nu weg.” (lacht) Na heel wat overleg ben ik dan toch met een auto vol Taiwanezen richting duivenliefhebber vertrokken. Achteraf hebben ze zich wel bij papa en mij geëxcuseerd, en zo ben ik er dus ingerold. (lacht) 

Bezoeken aan Taiwan en Japan waren in het begin ook niet aan de orde, maar na bovenstaand voorval is dit allemaal geleidelijk aan toch goed gekomen. China was een ander verhaal, hier zei papa dat dit aan Jo en mij was en we hebben dit ook altijd samen gedaan. Ik zat toen al enkele jaren mee in de handel dus die Chinese klanten wisten eigen lijk niet beter. 

Jo: Geloof me, ze staat ondertussen meer dan haar mannetje. (lacht) Mijn zus is zeker niet minder belangrijk omdat ze een vrouw is. Beslissingen nemen we ook altijd in overleg. Zo hebben Miet en ik ook samen beslist om bij het opengaan van de Chinese markt niet al onze eieren in één mand te leggen. Natuurlijk is China een belangrijke klant, maar wij vonden het belangrijk om niet afhankelijk te zijn van één bepaalde groep klanten. Daarom hebben wij ook onze pijlen gericht op de rest van de wereld, het Midden-Oosten, de VS... 

Jos, Leon en Filip. Op het hok van vader Leon leerden Jos en Filip de knepen van het vak.

 

DD: Miet, hoe zie jij zelf jouw rol in het bedrijf. Eerst je pa, en nu je broers, zijn naar de buitenwereld toe “het gezicht” van de firma Herbots, hoe pas jij in dit plaatje? 

Miet: In het begin hielpen Jo en ik eerst mee aan de duiven en na de koffie begonnen we op de bureau te werken. Iedereen had zowat zijn eigen taken, Jo contacteerde de klanten en ik deed het papierwerk, iedereen hielp waar hij/zij kon. Eerst werd dit allemaal per fax gedaan wat veel tijd vroeg maar sinds de opkomst van computer en e-mail vullen we mekaar nog beter aan en kunnen we nog beter inspelen op alles. Wat mijn grootste bijdrage is, is een moeilijke en kan ik moeilijk omschrijven. Ik hou me liever op de achtergrond, hoewel ik toch alles weet. Men zegt altijd dat Jo veel strenger/ kordater is dan onze papa, maar in de tijd van papa ging alles via het systeem “zak in zak uit” en kon nog héél veel, nu is de handel een heel bedrijf geworden. De grote man uithangen kan iedereen maar voor het oog moet voor ons niets. Ze zeggen altijd, achter elke man staat een sterke vrouw. Misschien is dit wel mijn grootste bijdrage. 

DD: Jouw echtgenoot, ook Jo, werkt hier ook. Hoe is hij bij de firma terechtgekomen? 

Miet: Jo zijn vader speelde ook met de duiven en hij had de microbe dus misschien al een beetje in zijn bloed. Geleidelijk aan is hij er mee ingerold; door mee te gaan naar publieke verkopingen, kampioenendagen en uiteindelijk naar de beurzen. Hij voelde meteen aan dat er heel wat voor gedaan moest worden en niets in onze schoot geworpen wordt en hij wil mij helpen waar kan. Hier kan ik misschien nog aan toevoegen dat achter elke vrouw een sterke man staat. (lacht luid) Wij voelen mekaar ook heel goed aan. 

Ondertussen heeft ook Raf zich bij het gezelschap gevoegd. Alle Herbotsen samen aan tafel krijgen is geen sinecure, gezien hun drukke agenda’s. Filip zit er ondertussen rustig bij. Zijn blik dwaalt regelmatig af naar buiten waar de duiven aan het vliegen zijn. Hij mist echter niets van het gesprek en telkens als een van zijn kinderen het woord neemt, blinken zijn ogen van trots. Een blik zoals alleen een ouder die kan hebben. 

“...ofwel rijdt Miet, ofwel gaan jullie nu terug.” Bijgestaan door vader en broer leerde Miet haar mannetje staan.
 

DD: Raf, je bent ongetwijfeld één van de bekendste “duivenartsen” van het land. Hoe ben jij uiteindelijk in het bedrijf terechtgekomen? 

Raf: Met de duivenhandel heb ik eigenlijk niets te maken, dat is Jo en Miet hun ding. Zelf heb ik samen met Miet en Jo een apart bedrijf opgericht in 1996, Herbots Animal Products. Dit is een lijn van duivenverzorgingsproducten welke nog altijd goed draaiend is. Daarnaast heb ik in 2015 een andere firma opgericht, Herbovet, ook in duivenverzorgingsproducten. Eigenlijk was deze lijn bedoeld om de klanten van de praktijk te bedienen maar ondertussen is het ook overal in binnen- en buitenland te verkrijgen. 

DD: Heb je in je opleiding tot dierenarts veel geleerd over reisduiven? 

Raf: (lacht) Niets eigenlijk. Veel algemene zaken over vogels natuurlijk, maar eigenlijk niets over duiven specifiek. Momenteel is er een prof “pluimvee” aan de universiteit van Luik die daar wel mee bezig is. In ’94 ben ik afgestudeerd, en tot zeven jaar geleden had ik trouwens een gemengde praktijk, runderen-duiven, maar sindsdien houd ik me alleen nog bezig met duiven. 

DD: Denk je dat het belangrijk is dat je zelf duivenmelker bent? Helpt dit je om een betere “duivenarts” te zijn? 

Raf: Absoluut! Het is een noodzakelijk iets, denk ik. Het vak heb ik geleerd door thuis mijn ogen open te doen. Sinds de start van de praktijk had ik het voordeel van mijn naam, vele goede liefhebbers kwamen bij mij op visite en zo heb ik ook veel geleerd. Door de 28 jaar ervaring heb ik enorm veel in de praktijk geleerd; door te testen en te proberen en met vallen en opstaan. 

Het probleem met boekenkennis is dat theorie en praktijk vaak verschillend zijn. In de duivenwereld zijn theorie en praktijk trouwens meestal verschillend. (lacht) Eigenlijk is het allemaal heel eenvoudig, maar de meeste geloven dat niet. (lacht) 

Filip: Ge moet zien wanneer ze ziek gaan worden! 

Raf: Voilà, onze pa slaat weer de nagel op de kop. Om goed met duiven te kunnen spelen zijn er vijf zaken belangrijk. Goede duiven, een goed hok, een goede liefhebber, een goede gezondheid en tot slot conditieopbouw. Aan die eerste drie zaken kan ik als dokter niets veranderen. Tegenwoordig heeft iedereen echter goede duiven, ze hebben allemaal een goed hok en ze zijn allemaal goede melkers. Mijn taak is de gezondheid in orde houden en dan helpen om in topconditie te geraken. Duiven zijn atleten, net zoals wielrenners of andere topsporters, en zo moet je ze dan ook behandelen. Genetica is belangrijk, wat er niet in zit kan ik er ook niet uithalen. Van een ezel maak je geen koerspaard. Ook een goede darmflora is essentieel om gezond te blijven. Om te voorkomen dat je veel en zware medicatie moet gebruiken is vaccineren dan weer een heel belangrijk wapen. 

De coronacrisis heeft ons nog maar eens duidelijk gemaakt dat vaccinaties helpen en een zeer belangrijk wapen zijn. Wij hanteren een vast vaccinatiesysteem voor de jonge duiven. Eerst worden ze geënt tegen rota, drie weken later tegen herpes, vervolgens drie weken later pokken en om af te sluiten nog eens drie weken later tegen paratyfus. Veel vaccineren om te vermijden dat je later moet ingrijpen. 

Filip: Mijn peter zei altijd: “Als er iets gebeurt moeten ze verschrikken, anders moet je naar de dierenarts.” Hij bedoelde dat de duiven alert moeten zijn. 

Raf: Dat bedoel ik met, een goede melker is belangrijk. Duivenmelker zijn, dat heb je in je of niet. Je kan dat een beetje leren, maar het is toch vooral iets dat je in je moet hebben. Een echte melker merkt wanneer er iets niet in orde is, of omgekeerd, wanneer een duif top is.

Filip: Den diene daar, die heeft het in hem! Hij ziet het allemaal. Hij kent “zijn” duiven perfect. 

Filip wijst naar verzorger Geoffrey Janssens (30) die na zijn dagtaak ook het gezelschap heeft vervoegd. Met uitzondering van mijzelf is hij de enige niet-Herbots aan tafel. Het compliment van de pater familias doet de jongeman twintig centimeter groeien van trots.

Raf: (gaat onverstoord verder) Recuperatie en conditie gaan hand in hand. Ontgifting van het lichaam speelt daar een belangrijke rol in. Conditie bouw je natuurlijk op met training. Niet alleen het lichamelijke is daarin belangrijk, met training bouw je ook het zelfvertrouwen op van een duif. Een goede melker ziet trouwens wanneer een duif in vorm is. Onze winnaar Châteauroux trainde al twee weken geweldig, tweemaal daags 1,5 à 2 uur. Je zag gewoon dat die duif in bloedvorm was. 

DD: Raf, behalve als Gebroeders Herbots speel je ook thuis in Velm nog met de duiven. 

Raf: Klopt, onder de naam Kobe en Kato spelen we enkel met jonge duiven, dit jaar met vier duivinnen tussen de jongen. Het hoogtepunt zijn de nationale vluchten met de jongen, hiervoor verduisteren en belichten we de jongen om ze op het juiste moment, en lang genoeg, in topvorm te krijgen. 

Wij hebben tot nu toe geen tijd om met jaarduiven en oude te spelen. We steken er enorm veel tijd in, gelukkig hebben we onze helper Jozef Reynaerts die elke dag een handje komt toesteken. 

Vliegen doen we met duiven van onze eigen kweek aangevuld met een 30-tal jongen van Bart en Nance Van Oeckel, een 20-tal van Herbots Gebr., een 10-tal van Van den Abbeel- Van Paesschen waar we elk jaar duiven mee uitwisselen, aangevuld met een aantal duiven uit bons die we aankopen. 

Van den Abbeel-Van Paesschen behaalde in 2020 de 6e Nat. Asduif Grote halve fond jonge duiven KBDB met een duif van ons, en in 2021 de 1e Nat. La Souterraine ook met een duif door ons gekweekt. Beide waren duiven uit de lijn van de “Geof”. 

DD: Welke tip kan je als dierenarts onze lezers nog meegeven? 

Raf: Eigenlijk is het geen medische tip, maar het is wel een heel belangrijke. Het is zoals Willem de Bruijn altijd zegt, als het moeilijk gaat, dan moet je een tandje bijsteken. Kampioenen die niet beginnen te janken of te klagen wanneer alles tegenzit, die vinden daaruit motivatie om nog meer hun best te doen. Om net iets harder te werken dan de concurrentie. Winnen wanneer je in de goal ligt is niet zo moeilijk. Het beste halen uit een moeilijke situatie, dat is de ingesteldheid waarmee je kampioenen kweekt. 

DD: Raf, als vader vind je het ongetwijfeld fijn dat je zoon, Kobe, nu op het punt staat in jouw voetstappen te treden. In oktober studeert hij ook af als dierenarts. 

Raf: Natuurlijk. Als vader wil je je kinderen vrij laten in hun keuzes, maar het is inderdaad fijn dat hij die keuze maakt. Het is ook heel verstandig van hem, de naam Herbots heeft voor mij veel deuren geopend en mij veel kansen geboden. Ik heb veel aan pa te danken en ik ben dan ook wel trots dat ik nu kan zeggen dat ik heb meegewerkt aan het opbouwen van onze “naam”. Ik hoop dan ook dat mijn zoon later over mij hetzelfde kan zeggen. Voorlopig gaat hij wel gemengde praktijk voeren. Als jonge dierenarts is het veel leuker het harde werk tussen de koeien te doen. Dat is echt dierenarts zijn, duiven is enkel onderzoek in de praktijk. Kobe is ook een zeer gepassioneerde duivenliefhebber, hij heeft zelfs meer duivengevoel dan ik. Zoiets maakt een duivenmelkende vader natuurlijk alleen maar fier. 

DD: Over fiere vaders gesproken, Jo en Miet, jullie zetten het werk van jullie vader verder. Hoe voelt dit, het zijn grote schoenen die jullie moeten vullen? 

Jo: Dat is inderdaad niet altijd evident. 

Miet: Toen pa in 2009 “met pensioen” ging hebben we ons inderdaad afgevraagd, gaan wij dit wel kunnen? 

Filip: En mijn antwoord was, natuurlijk gaan jullie dit kunnen. Het belangrijkste is eerlijk en correct handelen en altijd keihard blijven werken en dan komt alles goed. 

DD: Was Filip een strenge leermeester? 

Miet, Raf en Jo: (in koor) Een heel strenge! (algemene hilariteit) 

Jo: Wanneer pa een “rappel” zag liggen van een rekening die nog niet betaald werd, hola, dan was het kot te klein. We konden ook flink ruzie maken, het kon hier al eens donderen, maar dat duurde nooit lang. Het klinkt misschien melig, maar uiteindelijk zijn we één grote familie en we houden van mekaar. We blijven dus ook nooit lang kwaad. 

De blikken en de binnenpretjes die in de kamer uitgewisseld worden zijn veelzeggend. Hier zit duidelijk een hechte bende. Enkele haantjes, een moederkloek en de opperhaan, die zijn sporen meer dan verdiend heeft, kijkt fier over zijn erf en ziet dat het goed is. 

Filip: Mijn tijd is voorbij, en dat is niet erg, het is goed geweest. Ik ben gelukkig, vanuit mijn raam zie ik de duiven trainen, dat blijft mijn grootste genot. Ik zie ook de kinderen en kleinkinderen hier rondlopen, dat zijn zaken waarvan ik nog geniet. 

Raf moet terug naar zijn praktijk, ook op Miet ligt nog werk te wachten en Filip heeft wat rust nodig. We trekken dus de tuin in voor een groepsfoto waarbij ook kleinzoon Maarten present is. (De dagtaak van Bjorn Knaepen en Christoph Mattheus zat er reeds op, zij ontbreken dan ook op de foto.) Daarna volgt nog een kort gesprek met enkel Jo en hokverzorger Geoffrey over het duivenspel ten huize Herbots. 

Jo steekt van wal met de opbouw van hun succesvolle bloedlijnen. De soort van Herbots is opgebouwd rond duiven van Jan Stoces (Winterslag), Gebr. Clerinx (Nieuwerkerken), Karel Schellens (Kessel), Jan Grondelaers (Opglabbeek) en, dixit Filip, de snelste duiven ter wereld, de Soontjensduiven (Jos Soontjens, Wommelgem). Iedereen zei dat de Soontjensduiven pure snelheidsduiven waren, maar Filip speelde ze toch verder, en met succes. 

Het verhaal gaat over topduiven als de wonderdoffer de “155”, “Number One”, de “Hero 19”, “Brad Pitt”, “Champion BP”, “Queen 2000”, de “Fenomenale”... Jo spreekt vol passie en geestdrift, hij is ook een melker met een duidelijke visie. Zo komen de doffers en duivinnen niet samen voor een vlucht. De duivinnen “paraderen” voor de doffers, zijn ervaring leert dat hun duiven zo het best gemotiveerd geraken. 

Over de duiven en het duivenspel van de familie Herbots kan u alles lezen in eerdere artikels in deze krant. Vandaag zijn we echter hier om de mensen achter deze successen wat beter te leren kennen. 

DD: Zijn jullie liefhebbers die graag risico nemen? 

Jo: Wij zijn echte winnaars, wij spelen liefst zo veel mogelijk, hoe meer je speelt, hoe meer je kan winnen. We nemen echter ook geen onnodig risico’s en we proberen ook de risico’s te spreiden door op verschillende vluchten mee te geven. Uiteindelijk draait alles om de nationals en al de rest is gewoon opbouw daar naartoe. 

DD: Hoe belangrijk is de inbreng van Geoffrey in jullie duivenspel? 

Jo: Een goede hokverzorger is essentieel. Hij is uiteindelijk alle dagen met de duiven bezig en kent ze dus beter dan wijzelf. Geoffrey “tekent” ook de duiven, natuurlijk in overleg met ons, maar meestal volgen wij hem. 

Alles gebeurt hier trouwens in overleg. Normaal gezien hebben we iedere ochtend om 10u ons koffiemoment. Iedereen schuift dan mee aan tafel, ook de andere verzorgers, Bjorn Knaepen (kwekers), Christoph Mattheus (voedsterkoppels, handelsduiven) en Maarten (handelsduiven). Wij vinden die “koffiemomenten” heel belangrijk. Enerzijds uit appreciatie en respect naar het personeel toe, maar ook om zelf de vinger aan de pols te kunnen houden, om op de hoogte te blijven van wat er speelt op de hokken. 

DD: Geoffrey, hoe ben jij in de duivensport terechtgekomen? 

Geoffrey: Mijn beide grootvaders waren te duchten snelheidsspelers, en mijn vader speelde zelf ook goed met de duiven. Omdat hij lange werkdagen had en ik rond de klok van 16u thuiskwam van school, nam ik de taak op mij om de jonge duiven te laten trainen en de hokken te poetsen. Ik heb in feite nooit iets anders gekend dan duiven thuis. Van kleins af aan mocht ik helpen op de hokken. Op 14-jarige leeftijd reed ik op zaterdagnamiddag met mijn fiets alleen naar het lokaal om de duiven te gaan inkorven voor Noyon en om de constateur binnen te brengen. In 2009 op 17-jarige leeftijd werd ik 1e Nat. kampioen bij de jeugd en behaalde ik met “Speedy” de 5e Nat. Asduif halve fond.

DD: Hoe ben je uiteindelijk hier bij de familie Herbots aan de slag gegaan? 

Geoffrey: In de winter van 2013 hebben we mekaar voor het eerst ontmoet in Kassel op de beurs, uiteindelijk ben ik dan de week erna op gesprek mogen gaan. En in november 2013 ben ik gestart. Oorspronkelijk ben ik afkomstig van Baal, maar tegenwoordig woon ik recht tegenover Miet. 

Jo: Hij heeft “het” duidelijk in de vingers. Hij kent de duiven, is zeer gedreven en heeft vaak goede ideeën. Vroeger werden de duiven hier verduisterd van 16u tot zonsopkomst, nu doen we dit van 18u tot 8u, dit was Geoffreys idee. Met de vele middaglossingen de laatste jaren leek hem dat beter. Hij vond het geen goed idee om zo vroeg te verduisteren, duiven die gewoon zijn om te gaan slapen om 16u waren dan immers nog onderweg. Die beestjes worden dan moe en zijn in de war. Dit leek me een heel logische uitleg, en we gaan dit nu dus uitproberen. 

Zo blijven we nieuwe dingen uitproberen, je bent nooit te oud om te leren. Pa maakte daarstraks nog de grap dat hij weer veel bijgeleerd had vandaag, maar ergens klopt dit ook. Normaal spelen we met 64 koppels op totaal weduwschap. Ook weer in overleg met Geoffrey hebben we dit seizoen besloten ook nog 20 doffers op klassiek weduwschap te spelen. 

DD: Met welk doel? 

Jo: We hopen zo een sterkere band te creëren en die doffers zo beter gemotiveerd te krijgen voor de vluchten van boven de 600 km. 

En zo is iedere vlucht weer anders. We hanteren ook geen vaste trainingsschema’s of voederschema’s. Natuurlijk hebben we onze vaste systemen, maar hierin moet je flexibel kunnen zijn. Ingrijpen wanneer het minder gaat, extra training of net extra rust. Net voor al dit soort details is het belangrijk om goede hokverzorgers te hebben. 

Hierna volgt nog een hele uiteenzetting van Geoffrey over lappen, overwennen, pinda’s, gele druppels, roofvogels en het buffet dat de duiven wacht bij thuiskomst. Optimix, Prodigest, Herbo Recovery (herstel bevorderen), Herbocol (ontgifting van de lever), Herbo Elite Pigeon (antibacterieel effect en eetlust bevorderen) en Herbo CMB+ (extra koolhydraten, belangrijk eerste uren van de wedstrijd) passeren allemaal de revue. Geoffrey is meer dan een hokverzorger, hij is een wandelende reclame voor de Herbots-producten. 

Wat echter vooral opvalt is dat de jongeman die namen niet zomaar afdreunt. Net zoals hij ze ook niet zomaar toedient omdat dit zo moet van de baas. Hij kent perfect de werking en de effecten van ieder supplement. Hij weet waarover hij spreekt. 

Geoffrey: ’s Avonds lees ik veel, zoek zaken op het internet. Vroeger op school deed ik dat soort zaken dik tegen mijn goesting, maar wanneer het op duiven aankomt is geen moeite mij teveel. (lacht) 

Het is duidelijk waarom Filip zo lovend is over Geoffrey. Hij is zeer fanatiek bezig met “zijn sport”, een gedrevenheid die goed aansluit bij de mentaliteit van de clan Herbots. 

Aan ieder verhaal komt een einde, zo ook aan dit. Het verhaal van een slagerszoon uit Zoutleeuw die de duivenwereld veroverde. Hoewel het verhaal natuurlijk niet echt ten einde is, het wordt nog iedere dag verder geschreven. 

Jo en Miet zetten de handel van Filip verder met in hun schaduw kleinzoon Maarten die zijn eerste stappen zet in de fascinerende wereld van de duivensport. Raf is uitgegroeid tot een begrip onder duivendierenartsen en ook hier is met zoon Kobe de opvolging verzekerd. De naam Herbots zal dus nog lang weergalmen in duivenland. 

Filip, geniet nog van je welverdiende pensioen. Geniet van achter je raam van het trainen van je gevleugelde atleten, geniet van de mooie herinneringen aan je Jacqueline, maar geniet vooral van je kinderen en kleinkinderen. Je hebt het meer dan verdiend, Mijnheer Herbots! 

“Een bijzondere dank aan familie Hermans van De Duif en in het bijzonder aan Mike voor dit mooie artikel”

Filip en Dave Allen (UK), twee duivenlegendes samen!

 

Asduiven 2021

1e Prov. Asduif Grote Halve Fond oude 2021 KBDB

2e Prov. Asduif Grote Halve Fond oude 2021 KBDB

2e Prov. Asduif Grote Halve Fond jaarse 2021 KBDB

2e World Best Pigeon Halve Fond (Cat. B) (2131005-19) 2021

1e Olympiadeduif Halve Fond (2019-2020) (2135111-18) Roemenië 2022

2e Olympiadeduif Halve Fond (2020-2021) (2131005-19) Roemenië 2022

2e Olympiadeduif Oude duiven (2021) (5011137-19) Roemenië 2022

3e Olympiadeduif Allround (2019-2020) (6168744-18) Roemenië 2022

9e World Best Pigeon Allround (5011137-19) 2021

10e World Best Pigeon Halve Fond (5011137-19) 2021

12e Nat. Asduif Fond jaarse KBDB 2021 (6109560-20)

15e Nat. Asduif Grote Halve Fond Oude KBDB 2021 (2131005-19)

 

Enkele uitslagen 2021

Interprov. + S-Nat.

15.5 Salbris Prov. 1605 jl : 1, 11, 12, 18, 25, 41, 44, 45, 51, 64, 71, 72, 73, 75,

76, 82, 93, 94, 96, 97, 98... (45/94)

31.7 Bourges AWC S-Nat. 1969 jl : 1, 2, 4, 22, 30, 38, 39, 121, 226, 230, 238, 269, 306,

319, 329, 336... (23/44)

08.8 Souillac AWC S-Nat. 549 jl : 1, 2, 3, 5, 17, 23, 27, 28, 29, 37... (17/23)

14.8 Argenton I Prov. Luik Haspengouw 1026 o/jl :

2, 3, 5, 9, 15, 18, 21, 24, 25, 31, 44, 45, 47... (50/76)

Nationaal

19.6 Valence Nat. 7517 o. : 14, 15, 144, 233, 579... (6/14)

31.7 Tulle Nat. 7267 jl : 22, 25, 188, 736, 832, 857... (10/17)

31.7 Bourges Nat. 11.952 jl : 27, 28, 36, 138, 194, 301, 305...

08.8 Souillac Nat. 4571 jl : 2, 23, 36, 49, 151, 203, 219, 222, 229, 262... (14/23)

08.8 Souillac Nat. 4144 o : 21, 76, 94, 137, 179, 242, 345, 440, 505... (11/15)

 

23x top 100 nationaal 2021

1e Nat. Chateauroux (509 km) 18.741 jo.

2e Nat. Souillac (711 km) 4571 jl.

14e Nat. Valence (653 km) 7517 jl.

15e Nat. Valance (653 km) 7517 jl.

19e Nat. Limoges (652 km) 9218 jl.

21e Nat. Souillac (711 km) 4144 o.

22e Nat. Tulle (605 km) 7267 jl.

23e Nat. Souillac (711 km) 4571 jl.

25e Nat. Tulle (605 km) 7267 jl.

27e Nat. Bourges (458 km) 11.952 jl.

28e Nat. Bourges (458 km) 11.952 jl.

31e Nat. Chateauroux (509 km) 24.617 o.

36e Nat. Bourges (458 km) 11.952 jl.

36e Nat. Limoges (652 km) 6986 o.

36e Nat. Souillac (711 km) 4571 jl.

49e Nat. Souillac (711 km) 4571 jl.

56e Nat. Chateauroux (509 km) 22.196 jl.

76e Nat. Souillac (711 km) 4144 o.

82e Nat. Limoges (652 km) 6986 o.

87e Nat. Argenton (538 km) 14.787 o.

94e Nat. Souillac (711 km) 4144 o.

96e Nat. Chateauroux (509 km) 18.741 jo.

97e Nat. Limoges (652 km) 9218 jl.