GERARD KOOPMAN HET EINDE VAN EEN TIJDPERK – DEEL 2
05 Dec 2024
DD: Gerard, je vertelde dat je met en dankzij Jan (Hermans) terecht bent gekomen in Azië. Je ging echter al snel je eigen weg.
Gerard: Met de groep van De Duif naar China, Japan en Taiwan en zo gaan was geweldig, en zoals ik al aangaf, het was ook een geweldige cultuurshock waar ik best even mee geworsteld heb. Dat was echter buiten de koopmansgeest van mijn moeder gerekend. (lacht) Na de eerste schok begon ik na te denken en al snel had ik door dat, wilde ik daar een reputatie opbouwen, ik alleen naar ginder moest trekken, zonder Jan en al die andere Nederlanders en Belgen. Zo bouw je echt connecties op, zo werf je klanten.
Dus zocht ik in Nederland een Chinees die kon tolken, daarvoor trok ik naar de Hogeschool in Emmen waar wel wat Chinese studenten zaten. Uiteindelijk kwam ik zo uit bij Chun Luk die hier wat verderop in Stadskanaal woonde. Met hem vertrok ik dan op avontuur naar eerst Taiwan. Ik had een lijstje namen en adressen bij, de rest zochten we in de F116-catalogus. Nadat Chun hier stopte ben ik op zoek gegaan naar een nieuwe tolk, en dat werd Louis.
Nog zoiets, publiciteit dat leek me heel belangrijk. Zo had je in die tijd Piet Manders, een liefhebber uit Brabant met een mooie collectie (Janssen) duiven. Die man was bekender in China dan in Nederland, en dat allemaal dankzij zijn catalogus die hij overal verspreidde. Dus ging ik ook adverteren in lokale duivenbladen en zo ging de bal aan het rollen. Een jaar of 10 later heb ik dan ook eens een boek laten drukken.
DD: Je was misschien wat verlegen en overdonderd, maar je hebt het wel allemaal gedaan. Je had het lef om risico’s te nemen, om de wereld over te trekken, om te durven investeren.
Gerard: Tja zoals ik al zei, moeders koopmansgeest zal het gewonnen hebben van vaders nuchtere eenvoud. Sommige van die zaken heb ik al doende moeten leren, maar dat durven investeren heeft er altijd al ingezeten. Ik zei eerder al, die eigenschap had zelfs mijn vader, de nuchtere Hollander.
DD: Je durfde ook geld uitgeven aan duiven.
Gerard: Natuurlijk, goede duiven komen niet vanzelf naar je hok vliegen he! (lacht) Om te willen winnen moet je durven investeren. In de eerste plaats natuurlijk je eigen tijd en energie, maar ook financieel. Dat wil niet zeggen dat je verder moet springen dan je stok lang is.
Ik heb altijd geld durven steken in duiven, geld oppotten daar ben je niets mee. Natuurlijk kocht ik naar mijn budget. Eerst kocht ik jongen uit de goeie, later probeerde ik de prestatieduiven zelf te kopen en alleen duiven uit de beste kweekkoppels. Ik ben altijd de theorie van Van Loon blijven volgen, prestaties alleen zijn niet genoeg, ze moeten ook uit een goede familie komen, dan zijn het geen “lucky” winnaars. Meestal komen winnaars uit goede families.
Natuurlijk moet je keuzes maken, je kan niet alles kopen. Ook dat is volgens de theorieën van Van Loon, niet blind blijven kopen. Onlangs kreeg ik de vraag waarom ik bijvoorbeeld amper duiven van Vandenabeele heb. Simpel, keuzes. Ik heb niets tegen Gaby, superduiven ook, maar je moet ergens kiezen.
DD: Geef eens een voorbeeld van een duif waar je flink voor betaalde.
Gerard: Nou, ik heb wel voor meerdere duiven goed betaald hoor. (lacht) Zo herinner ik mij een veiling in 2003 van De Rauw-Sablon. Die speelden toen alles op een hoopje en Jan (Hermans) had me geadviseerd daar wat duiven te kopen. Het waren de donkere jaren na mijn scheiding. Wanneer het privé moeilijker gaat, lijdt ook het sportieve daaronder. Ik had een nieuwe boost nodig, een schop onder mijn kont als het ware.
Op die veiling liet ik me door niemand afbieden. Ik had mijn doelen gesteld en daar ging ik voor. Ik kocht daar “De Dromer”, “Bjarne”, Mister Expensive (broer “De Dromer”) en een zus van “De Dromer”. Voor “De Dromer” telde ik toen 22.000 euro neer, een pak poen. Achteraf in de wagen, terug op weg naar huis, voelde ik mij herboren. Wat door mijn hoofd speelde was “Yes, Gerard is back!”.
Nog een mooie: In ’96 ontmoette ik Dirk Van Dyck op het feest van de Gouden Duif. Ik ben dan op hem toegestapt met de vraag om jongen uit de “Kannibaal” te kopen. Op dat ogenblik ging dat niet, alles was verkocht voor de komende 2 jaren , maar er zat een jong van de “Kannibaal” in de Gouden Duif-veiling van ’97. (Dirk werd dat seizoen Superstar van het jaar hafo) Ik kon daar zelf niet zijn, dus ik had Dirk Leekens gevraagd om voor mij te bieden, hij mocht tot 5000 gulden gaan. Uiteindelijk heb ik ze kunnen kopen voor 4800, veel geld in die tijd hoor, nu eigenlijk nog trouwens. Dat duifje was “Golden Lady”, een laat jong van ’96. Ik koppelde haar aan “Gentil” en in ’98 kwam uit die combinatie “Kleine Dirk”. Meer moet ik niet zeggen zeker. Misschien wel de beste 4800 gulden die ik ooit besteed heb.
Weet je, ik heb veel gewonnen in de duivensport. Mooie vluchten, Asduiven, Olympiadeduiven, wereldkampioenschappen en ga zo maar verder. Mijn sportief hoogtepunt vind ik echter het kweken van “Kleine Dirk”. Wanneer je nog niet zo lang in de sport zit besef je dat misschien nog niet, maar wie, zoals ik, een heel leven in de duivensport zit beseft hoe uitzonderlijk het is om zo’n duif te hebben. Dat is echt… dat is, het allerhoogste. (wordt even emotioneel)
DD : Vous avez en effet beaucoup gagné dans votre vie.
Gérard : C'est vrai, mais finalement, c'était un peu trop. Nous avions d'excellents pigeons dans presque toutes les catégories, mais c'était aussi beaucoup de travail. C'est pourquoi nous avons commencé à nous spécialiser dans les courses d'un jour.
DD : De ce fait, vous êtes aujourd'hui une légende de la course d'un jour sur longue distance. Avez-vous des rêves sportifs ?
Gerard : Je ne m'endormirai pas sur mes lauriers si cela ne marche jamais, mais tous ceux qui pratiquent le basket-ball veulent un jour gagner Barcelone. C'est aussi un héritage de Jan, ce rêve de gagner Barcelone un jour. À un moment donné, le règlement des championnats du monde de Versele-Laga a été modifié. Par conséquent, j'ai également eu besoin de pigeons lourds pour les longues distances. Une adresse bien sûr, Jan Hermans. Jan m'a donné dix jeunes. Je les ai rassemblés et l'un de ces enfants est devenu « Miss Waalre » (1er pigeon longue distance As Nat. 2004 TBOTB, 1er NPO Ruffec et 1er S4 Nat. St. Vincent à 14 jours). D'ailleurs, ce n'était pas seulement une super volante mais aussi une excellente éleveuse. Plus tard, Mr Kijima l'a achetée. Il s'était installé à côté de « Super Ben » et était un peu difficile, Jan avait besoin de quelque chose pour l'engendrer. Lorsque Jan Hermans me demandait une faveur, on ne pouvait pas dire non. Je devais beaucoup à cet homme, et c'est ainsi que « Miss Waalre » a déménagé au Japon. [n.v.d.r. Quelques jours plus tard, Robert Ben s'est laissé convaincre et « Super Ben » s'est également installé au pays du soleil levant]. Cela aussi, c'est du business. N'oubliez jamais qui a fait quoi pour vous, un plaisir en vaut un autre. Sinon, l'amour réciproque ne durera pas non plus.
DD : Gerard Koopman peut-il encore apprendre beaucoup de choses sur les pigeons ?
Gerard : Bien sûr ! Tout le monde peut apprendre. Ici, dans la région, il y a chaque année une foire avicole, et si je peux, j'y vais pour me régaler. Par le passé, j'y ai certainement eu de bonnes idées. Il ne faut jamais penser que l'on est arrivé au but, car on est alors sûr de commencer à reculer. N'abandonnez jamais non plus, persévérez toujours. C'est un cliché de dire que les champions ne cherchent pas d'excuses mais des causes, mais comme tous les clichés, il y a aussi beaucoup de vérité dans celui-ci. Se plaindre et scier ne vous mènera nulle part. Si vous ne supportez pas que le vent soit parfois à votre désavantage, vous devriez trouver un autre passe-temps. Après tout, nous ne sommes que des êtres humains, la nature suit son cours et nous n'avons rien à y faire. De plus, il s'agit surtout d'essayer, si vous n'essayez pas, vous ne savez rien. Je ne supporte pas les gens qui ont une opinion sur quelque chose qu'ils n'ont jamais essayé. Ma devise est la suivante : si vous n'avez pas essayé, taisez-vous, car vous ne savez pas de quoi vous parlez. De même, je ne me contenterai jamais de faire quelque chose à l'aveuglette, je veux savoir pourquoi. Tout ce que vous faites doit avoir une explication, sinon vous travaillez au doigt mouillé. En ce qui concerne ce dernier point, j'ai beaucoup appris de Günter Prange. C'est un homme merveilleux, un véritable homme de la nature, qui pense comme un pigeon, ce qui est tout à fait unique. Ce sont des choses qui me font encore plaisir. Aller prendre un café avec des gens comme Günter ou Noël (Peiren). Des hommes qui, comme moi, sont passionnés par les pigeons. Vous savez, au fil des ans, je n'ai pratiquement plus d'amis en dehors du monde des pigeons, mais je ne pense pas que ce soit une mauvaise chose.
DD: Even een vraagje tussendoor. Je speelt onder de naam C. & G. Koopman. Je zei zelf dat je vader op sportief vlak niet zo een grote inbreng had, toch blijf je mee onder zijn naam spelen. Nooit overwogen om gewoon als Gerard Koopman te gaan spelen?
Gerard: Waarom zou ik? Dat is toch een mooi eerbetoon aan mijn vader. Oké, hij was misschien niet de grootste duivenmelker of geen heel ambitieuze man. Maar hij was een heel goed mens en een goede vader, en ik heb wel degelijk veel geleerd van hem. Jarenlang hebben we nog gespeeld als C. Koopman en zoon, op een gegeven moment vond ik dan toch dat ik het wel verdiend had om de G. er ook bij te mogen zetten. (lacht) Op dit ogenblik voegen ook Kjeld (Spithoven), John (Koopman) en Mart (Rotmensen) zich bij het gezelschap. Hun dagtaak zit erop en natuurlijk kan een werkdag bij Koopman niet afgesloten worden zonder een bakje troost en samen wat kletsen en de dag overlopen. In dit geval mogen ze mee aanschuiven en hun zegje doen over hun werkgever.
DD: Heren, jullie ook bedankt om er even bij te komen zitten. Vertel eens hoe jullie bij Gerard zijn terecht gekomen? Dit is uiteindelijk geen alledaagse werkplek.
Kjeld: Ik ben hier beland via Jaap en Annie (broer en schoonzus Gerard). Ik werkte bij hen op de zaak, zij wisten dat Gerard iemand zocht. Ik ben op gesprek geweest, het klikte onmiddellijk en de rest is geschiedenis zoals men zegt.
John: Gerard is mijn oom, ik ken hem dus al heel mijn leven. Toen André Leideman voor zichzelf ging vliegen in 2021 kwam er een plek vrij in Ermerveen. Gerard vertelde dit tegen mijn moeder, zo kwam dat nieuws tot bij mij. Ik zat op dat ogenblik zonder werk en het leek mij wel leuk om bij Gerard te werken.
Mart: Ik deed ooit als 13-jarige snaak vakantiewerk bij Gerard. Ik mocht van mijn vader niet de hele zomervakantie gewoon thuis zitten (lacht). Dat heb ik uiteindelijk drie zomervakanties gedaan. In 2021 was ik bezig met een opleiding maar dat was niet helemaal mijn ding. Toevallig kreeg ik toen een appje van Kjeld met de vraag of het me wat leek om weer bij hen te komen werken. Zoals John al aangaf, Bert en André Leideman waren gestopt en er waren handen te kort hier. Ik ben dan eens op gesprek geweest, heb een maand proeftijd gedaan en daarna ben ik niet meer weggegaan.
DD: Wat wisten jullie over de duivensport voor jullie bij Gerard aan de slag gingen?
John: Niet bijster veel. Toen ik klein was ging ik wel met mijn ouders vaak mee duiven kijken bij opa en oma. Laten we dus zeggen dat ik er iets meer van wist dan de gemiddelde Nederlander, maar veel minder dan de gemiddelde duivenmelker.
Mart: Ik had, voor ik hier het eerst terechtkwam, helemaal niets met duiven. Ik moest dus nog alles leren.
Kjeld: Hetzelfde voor mij. Ik kon wel met dieren omgaan, maar van duiven specifiek kende ik niets. Ik heb alles hier geleerd door veel te kijken en vragen te stellen. Heel goed opletten en je kan veel leren.
DD: Gerard, even tussendoor een vraagje aan jou. Deze heren hier aan tafel wisten eigenlijk niets van duiven toen ze bij jou kwamen werken. Waarom zocht je geen medewerkers met ervaring in de duivenwereld? Vond je die niet?
Gerard: Nee, ik heb moeten nemen wat ik kon krijgen. (lacht) Grapje natuurlijk. Het was een bewuste keuze. Neem nu Kjeld. Via Jaap en Annie wist ik dat het een goede werker was, iemand die werk zag, die initiatief neemt, zelfstandig kan werken en die voeling heeft met dieren. Het allerbelangrijkste voor mij was echter dat Jaap me wist te garanderen dat hij betrouwbaar was. Je haalt tenslotte een vreemde binnen op je hok, in je firma, op je erf, eigenlijk letterlijk in je huis, dan moet je zo iemand blindelings kunnen vertrouwen. Wel, ik heb Kjeld al die jaren blindelings vertrouwd en hij heeft dart vertrouwen nooit beschaamd, integendeel. Dat waren de jaren na de scheiding. Ik wilde mezelf ontlasten wat werklast betreft. Het liefst had ik een blanco canvas, iemand zonder kennis. Zo iemand kan je kneden en zelf vormen. Die moet je ook geen “verkeerde” zaken afleren. Iemand met ervaring heeft altijd een eigen visie. Kjeld heeft in de loop der jaren natuurlijk ook zijn eigen visie gekregen, maar die visie heb ik wel mee kunnen kneden. (lacht)
DD: Gerard staat in de duivenwereld bekend als een rustige, minzame man. Is hij ook zo als baas? Hoe is Gerard wanneer hij kwaad is?
Mart: Ik heb Gerard nog nooit kwaad gezien, hoe gek dat misschien ook klinkt maar het is echt zo.
John: Hij is echt gewoon zo, als oom, als baas en als mens. Ik heb hem nog nooit echt kwaad gezien in al die jaren.
DD: Komaan Kjeld, in al die jaren?
Kjeld: Sorry, ik moet mij aansluiten bij de jongens. In al die jaren heb ik Gerard ook nooit echt kwaad gezien. Wel bijvoorbeeld teleurgesteld, Gerard kan teleurgesteld zijn in mensen. Hij houdt ook niet van verstoorde harmonie en als er iets gebeurt wat hij niet leuk vindt dan trekt hij zich terug om het te laten overwaaien.
DD: Niemand is perfect, ik heb reeds een waslijst aan goede eigenschappen gehoord over Gerard. Noem echter eens zijn minder fraaie kanten, zijn nadelen, zijn kleine kantjes. Hou jullie niet in! Volgend jaar staan jullie sowieso op straat.
John: (lacht uitbundig) Ik denk dat Gerard zijn slechtste eigenschap is dat zijn goede eigenschappen vaak ten koste gaan van zichzelf. Hij mag best eens wat vaker aan zichzelf denken. Wat zijn dus goede en slechte eigenschappen? Voor wie zijn eigenschappen goed en voor wie slecht?
Mart: Als ik dan toch iets moet vermelden, Gerard is soms wat slordig in de communicatie en kan nog wel eens wat vergeten. (lacht)
DD: Jullie werken voor iemand die in de duivenwereld letterlijk wereldberoemd is. Wanneer hebben jullie dit voor het eerst opgemerkt?
Mart: Ik kwam hier voor het eerst achter toen ik met hem naar de duivenbeurs in Houten ging. Er was geen moment dat ik even rustig met hem kon praten, laat staan gewoon wat rustig rondlopen. Gerard werd constant gevraagd voor een foto of er waren mensen die even een praatje met hem wilden maken. Het geeft dan toch wel een heel bijzonder gevoel om voor zo iemand te werken, dat zullen mensen die niet in ons wereldje zitten nooit begrijpen.
John: Inderdaad, ik merkte dat ook voor het eerst tijdens evenementen als de Golden Ten. De hele duiventop loopt daar rond en iedereen wil een praatje slaan met Gerard. Soms is het best absurd hoe ver dat alles gaat. Wist je dat er een fan is met een tattoo van “Kleine Dirk” op zijn arm? Zoals Mart zei, je moet in de duivenwereld zitten om te beseffen hoe groot Gerard is in dat milieu. Heel knap wat hij heeft neergezet. Ik ben best trots dat ik daar mijn kleine steentje aan heb kunnen bijdragen.
Kjeld: In het begin had ik ook geen flauw idee, hij was gewoon Gerard, de (schoon)broer van Jaap en Annie. Later bleek dat mensen over heel de wereld hem kennen, best bizar soms. Voor mij is hij echter altijd gewoon Gerard geweest. Ik vind het natuurlijk heel knap wat hij bereikt heeft in de duivensport, maar uiteindelijk zijn we allemaal gewoon mensen. Dat is ongetwijfeld de nuchterheid uit het noorden wat je nu hoort. (lacht)
DD: Wat deed het met jullie toen Gerard zijn beslissing om te stoppen bekendmaakte? Hadden jullie het zien aankomen?
Kjeld: Ik zag het zeker aankomen en heb hem ook geholpen om een keuze te maken, denk ik. Zoals hij zich nu voelt en doet kan hij niet de duivensport beoefenen zoals hij dat wil. Natuurlijk is het jammer dat het avontuur hier stopt en voor mezelf is het erg dubbel omdat ik er altijd mijn ziel en zaligheid erin heb gelegd.
John: Je voelde het inderdaad wel aankomen, het hing in de lucht. Vooral de timing heeft, denk ik, de meesten verrast. Ik had het zeker nu nog niet verwacht.
Mart: Hetzelfde bij mij, voelen aankomen ja, maar pas binnen enkele jaren dan. Nadat ik het vernomen had heb ik daar zeker en vast even wakker van gelegen.
John: Ik denk dat voor ons allen geldt dat we hier altijd met veel plezier gewerkt hebben, en natuurlijk zullen we het hier dus gaan missen.
Mart: De werksfeer hier is top, echt een soort familie. Ik ga het hier zeker missen. Een baan als deze vind ik nooit weer, dat weet ik eigenlijk wel zeker. Ik ga genieten van het jaar dat we nog hebben.
Kjeld: De werksfeer is hier inderdaad heel familiaal, daar heb ik zelf ook een groot aandeel in gehad. Ik heb hier fantastische jaren gehad, maar in alle eerlijkheid, ik ga het niet missen. De laatste jaren waren best zwaar en de druk werd zwaarder om te dragen. We konden ook niet meer genieten van mooie dingen, van goede prestaties. Altijd maar weer op naar het volgende. Het is mooi geweest, maar ik ben ook toe aan iets nieuws.
DD: Al plannen voor het leven na Gerard?
John: Een richting al wel, concrete plannen nog niet.
Kjeld: (lacht) Wel, het duurde even maar ik heb de knoop doorgehakt. Ik ga een baan zoeken die bij me past en die ik kan combineren met duivenspelen. Gisteren kocht ik een hok, ik heb beslist om sportief mijn eigen kans te gaan wagen.
Mart: Zodra we hier klaar zijn ga ik een wereldreis maken en daarna zie ik nog wel.
DD: Terugblikkend, wat is het belangrijkste wat je geleerd hebt in je tijd hier in Ermerveen?
Mart:Naast natuurlijk alles wat ik geleerd heb van de duivensport heb ik ook veel geleerd over bedrijfszaken en handel. Ze hebben mij hier zelfs kennis bijgebracht over beleggen.
Kjeld: Ik heb bij Gerard geleerd hoe om te gaan met mensen van allerlei niveau. Ik kom zelf uit een klein dorp en ben meer van het motto “doe maar normaal dan doe je al gek genoeg”. Ook door de jaren heen heb ik hier veel ervaring opgedaan met vreemde talen en culturen. Van mezelf ben ik vrij direct en duidelijk. Dit heb ik ook door bij Gerard te werken geleerd te doseren. (lacht)
John: Iets heel belangrijks wat ik hier bij Gerard heb geleerd is weten wat belangrijk is en wat niet belangrijk is.
DD: Wat is jullie mooiste herinnering aan jullie tijd bij Gerard?
Mart: De gezelligheid en de waardering die hij me door de jaren heeft gegeven.
John: Ja, voor mij ook zoiets. Ik heb geen specifieke herinnering of anekdote waarop ik met veel plezier terug kijk, het gaat meer over het algemene gevoel. De warmte die hier is, de goede sfeer, het gevoel van deel uit te maken van een hecht team. Dat zijn de mooie herinneringen, dat ga ik missen.
Kjeld: Sportief je ei kwijt geraken en met dieren kunnen omgaan waren voor mij al die jaren hoogtepunten. Zuiver sportief waren de jaren van “Manu” en “Amadi” de mooiste tijd. Op persoonlijk vlak, ik ben gek op reizen en lekker eten, dus wat dat betreft zat ik goed bij Gerard. Al die mooie reizen, gaan eten bij “Het Hof van Cleve” of “Comme Chez Soi”, allemaal zaken die ik te danken heb aan mijn jaren hier bij Gerard.
DD: Vertel eens iets grappigs over Gerard wat wij nog niet wisten.
John: (begint al te lachen) Je moet weten dat Gerard sterk gelooft in alternatieve geneeskunde. Zo is hij ooit in een linksdraaiende sauna gekropen. Dat ding werd heet gestookt met speciaal dennenhout dat uit een dorp ergens in Oostenrijk kwam. Dit zou goed zijn voor de longen.
Kjeld: Dit is niet echte een anekdote, maar ik vind het best grappig: soms kan Gerard sociaal wat onhandig zijn, dan denkt hij dat hij lollig is, maar komt er dan achter dat dit eigenlijk niet zo is. (lacht) Dan kan ik enorm om zijn onhandigheid lachen.
Mart: (lacht) Sorry, ik moet spontaan denken aan een teddybeer. (iedereen giert het uit)
DD: Euh, wij missen enige context, teddybeer?
Gerard: Ja dat zit zo. In Thailand zat ik iets te drinken op een terrasje. Even verderop zat een man met, dacht ik, een baby. Hij was heel actief bezig met de baby en was er duidelijk ook heel lief voor. Plots merkte ik dat het geen baby was maar een teddybeer. Zonder te willen staren bleef ik hem in de gaten houden en ik werd wel heel nieuwsgierig. Ik ben dan eens naar het toilet gegaan, zo passeerde ik hem en kon ik eens goed kijken. Blijkbaar was die man, ik kan het niet anders omschrijven, verliefd op die teddybeer. (lacht )
DD: Was dat een toerist of een Thai?
Gerard: (lacht) Dat weet ik niet. Ik ben niet met die man gaan praten he. Wat had ik moeten zeggen? Eet de kleine zijn vleesjes goed op? (giert het uit) Het was een Aziaat, laten we het daarop houden.
John: Maar je moet weten, hij vertelde ons dat verhaal, wat op zich natuurlijk al heel grappig is. Wat later komt hij hier plots binnen gewandeld met een teddybeer op zijn arm met de woorden, best lief toch zo’n beestje! (Uw reporter viel nu net niet van zijn stoel van het lachen.)
DD: Gerard, we naderen het einde van dit vermakelijke gesprek. Het is al enkele malen ter sprake gekomen, maar we zijn er nog niet echt diep op ingegaan. Iedereen in duivenland wil natuurlijk weten waarom jij je klak aan de wilgen hangt.
Gerard: Een combinatie van factoren. Eerst en vooral is er het fysieke aspect. Longcovid heeft er de afgelopen tijd voor gezorgd dat alle energie uit mijn lichaam werd gezogen. Mijn lichaam hunkert naar rust. Maar ook mentaal is het op. Al die jaren aan de top, dat vreet aan een mens. Je wordt op den duur ook geleefd, je hebt succes maar je bent niet meer baas van je eigen agenda. Winnen en succes werden normaal. Kjeld en ik hadden amper nog de tijd om stil te staan en te genieten van onze prestaties. Steeds maar weer verder gaan en opnieuw presteren. We genieten te weinig we staan te weinig stil bij de plezierige kanten, het wordt teveel routine. Ik zag ook dat Kjeld leed onder de situatie, ook voor hem was het de laatste tijd zwaar aan het worden. Het is heel mooi geweest, maar het is goed zo, tijd om deze bladzijde om te slaan. Het was uiteindelijk een geweldig avontuur.
DD: Wanneer heb je voor jezelf de knoop doorgehakt dat het goed was?
Gerard: Dat zal in Augustus 2023 geweest zijn.
DD: Wie was de eerste persoon tegen wie je het vertelde, en hoe reageerde die persoon?
Gerard: De eerste zal zeker en vast Wan geweest zijn, maar dat is natuurlijk vanzelfsprekend. De eerste persoon buiten het gezin dat was Kjeld. Ik zag daar best wat tegenop, maar Kjeld reageerde gelukkig zeer positief, hij was duidelijk ook opgelucht.
Kjeld: Ik zag ook dat het niet goed ging met hem. Daardoor kwam er ook veel op mij terecht. Het was gewoon een opluchting, voor ons beiden denk ik. Het voelde als een zware last die van mijn schouders viel.
DD: Al plannen voor het leven na “de duiven”?
Gerard: Niet heel specifiek, zeker veel op vakantie gaan. (lacht) Zoals ik al aangaf in mijn afscheidsbrief wil ik nog wat duifjes aanhouden om deel te nemen aan one-loft-races. Natuurlijk is dat sportief niet hetzelfde. OLR’s zijn een casinospel, maar wel eentje waar je met kwaliteit je kansen kan verhogen. Belangrijkste voor mij is om nog wat feeling te houden met de duivenwereld. Helemaal cold turkey stoppen zou waarschijnlijk teveel bijwerkingen geven. (lacht) Daarnaast zie ik me in mijn vrije tijd nog wel iets doen voor de gemeenschap, ergens als vrijwilliger aan de slag, mensen helpen. Ik zie mezelf nog wel een omaatje helpen met boodschappen doen of zoiets.
DD: Gerard, om te eindigen, onthul eens iets over Gerard Koopman dat nog niet veel mensen weten!
Kjeld: (roept) Dat hij een kunstliefhebber is!
Gerard: Nou, niet overdrijven, straks denken de mensen nog dat ik er iets van ken. (lacht) Het klopt wel dat ik hou van mooie dingen en dat kan inderdaad ook kunst zijn. Vroeger op school hadden we een tekenleraar en die man kon met zoveel passie zijn liefde voor de kunst overbrengen dat het aanstekelijk werkte. Via hem heb ik bijvoorbeeld Salvador Dali leren kennen, fantastische kunstenaar. Ik heb daar een schilderij van in mijn badkamer hangen.
DD: Wat?
Gerard: Rustig, rustig! (giert het uit) Het is natuurlijk geen echte. In Thailand kan je zulke schilderijen laten naschilderen. Die kan je dan opgerold ook heel gemakkelijk vervoeren en dan laat je ze hier opspannen en inkaderen. Zo een geschilderde replica heeft toch net iets meer dan een poster vind ik. Een echte kan ik helaas ook niet betalen. (lacht) Ik heb trouwens wel een echte Ronnie Wood (gitarist van The Rolling Stones). Tijdens één van hun laatste tours kon je na ieder concert online de setlist van die avond kopen. Die werd dan eerst grondig onder handen genomen en gedecoreerd door Wood, die naast gitarist ook kunstenaar is.
John, geef die buis eens aan a.u.b.? (Uit een kartonnen buis haalt Gerard de opgerolde playlist die hij ons trots toont.) Leuk toch?
DD: Absoluut, ben er stikjaloers op! Gerard, als allerlaatste, heb je nog afscheidswoorden voor de duivenwereld?
Gerard: Nou, jij vraagt nogal wat. Ik kan niet zomaar eventjes wat historische afscheidswoorden uit mijn mouw schudden. (lacht hartelijk) Ik denk dat mijn belangrijkste woorden moeten zijn dankjewel. Deze boodschap is voor mijn klanten, voor mijn duivenvrienden, mijn fantastische medewerkers doorheen de jaren, mijn gewaarde collega’s, heel de duivenwereld eigenlijk. Ik ben jullie allemaal ongelofelijk dankbaar. De duivensport heeft mij zoveel gebracht in mijn leven. Graag zou ik ook na mijn “pensioen”, wanneer het ook lichamelijk hopelijk terug wat beter gaat, iets terugdoen voor de sport. Wat jongeren begeleiden of iets in die aard. Hen met raad en daad en misschien al eens een duifje bijstaan. Dat is wel iets voor de toekomst he! Dus hopelijk staan er hier nu binnenkort geen twintig jongeren aan de deur! (lacht)
DD: Ach, dan ben je toch boodschappen doen met een omaatje!
Gerard: (giert het uit) Ja dat is ook waar, of ik ben op reis. (lacht) Zeg, het interview is nu toch gedaan, zin om mee naar de Dali te gaan kijken?
DD: Natuurlijk!
Kjeld: Nou daar gaan de kunstfreaks, die twee zien we voorlopig niet meer terug. (lacht)
En zo eindigde een interview met een heel bijzonder man. Een aimabel man, een intelligent man, een van de gevoeligste mensen in duivenland maar vooral een van de grootste kampioenen die de sport ooit gekend heeft. Eentje die nooit naast zijn schoenen zal lopen en die zich nooit een haar beter zal voelen dan iemand anders.
Zijn sportieve erfenis is echter gigantisch en zijn impact op de moderne duivensport amper meetbaar. Het lijstje referenties van het hok Koopman is schier eindeloos. Zonder Gerard had onze Gouden Duif, Sabrina Brugmans, het zonder superduif “Corry” moeten stellen. Mijn grote baas en even grote vriend Rik Hermans zijn kolonie had nooit dezelfde geweest zonder “Nike”. Hoe zou de Duitse duivensport er uit hebben gezien zonder Günter Pranges “Ringlose”? De “Harry” van Jan Hooymans is zelfs na zijn overlijden nog steeds een van de bekendste kwekers ter wereld, zonder Gerard was er echter nooit een Harry geweest. Moest Gerard er niet geweest zijn dan hadden vader en zoon Verkerk het zonder “Olympic Solange” moeten stellen. Zelfs de duurste duif ter wereld “James’s Legend” (eigendom van James Huang) zou nooit uit een ei gekropen zijn zonder een opa en oma uit het hok uit Ermerveen.
Merckx, Ali, Cruijff, Jordan, of om het in duiventermen te stellen Janssen, Van Loon, Klak, Van Dyck, in die orde van grote moet je Gerard Koopman zien. En toch zo bescheiden, zo eenvoudig en zo vriendelijk blijven, het is weinigen gegeven. Hoe groot hij ook is in zijn sport, Gerard is nog groter als mens.
Gerard, het ga je goed. We wensen je alle geluk in je verdere leven, veel geluk met het begin van een nieuw tijdperk. Persoonlijk kan ik niet anders dan respectvol buigen en een heel diepe knieval maken, maar ik weet wat je zal zeggen, sta maar recht hoor, ik ben ook maar gewoon kleine Gerard uit Nieuw-Amsterdam.
Mike Verbruggen (Sportblad De Duif)